© Rootsville.eu

The Staple Jr. Singers (US)
support act: Porcelain ID
AB Brussel
(14-11-2022)
reporter Marcel & photo credits: Marc Blues Photography


info club: AB

© Rootsville 2022


Ik kan mij begot niet meer herinneren hoe lang het geleden is dat in in Brussel nog een optreden heb meegepikt. Als ik mij niet vergis, van toen de EBC in de AB werd georganiseerd en dat is al een hele tijd geleden.

Brussel is niet de meest autovriendelijke stad van het land, de parkings zijn pokkenduur en het openbaar vervoer is niet altijd de beste oplossing, dus vermijd ik naar daar te gaan. Vandaag maakte ik echter een uitzondering, gezien het in de AB doorging was ik zeker dat ik  “the last train to Dendermonde” nog zou halen. Tenminste als alles verliep zoals voorzien wat met de NMBS niet altijd een zekerheid is. Ik raakte al gelukkig op tijd in Brussel, so no worries.

The Staple Jr Singers waren te gast in ons land en daar moest ik zeker bij zijn. Wie Charles Bradley hoort, hoort gospel. Wie de track ‘Father Stretch My Hands Pt. 1’ van Kanye West hoort, hoort een sample van predikant/gospelmuzikant Pastor T.L. Barrett. Wie James Brown, Otis Redding of Sharon Jones hoort, weet meteen waar zij de mosterd vandaan gehaald hebben: gospelmuziek!

Leve dan ook David Byrnes Luaka Bop-label, dat de wereld de afgelopen jaren nieuw of net stokoud werk deed (her)ontdekken en nu recent ook The Staples Jr. Singers, een familieband die midden jaren ’70 furore maakte in Mississippi., in het stadje Aberdeen.

De naam “The Staples Jr. Singers” was een overduidelijke knipoog naar The Staple Singers. In 1975 brachten ze hun eerste en meteen laatste plaat uit: ‘When Do We Get Paid’. Een plaat vol met vintage gospel en soul. Een knaller van een album noem ik dat. Nergens meer te krijgen en als je al eens een exemplaar kan op de kop tikken, betaal je al snel zo’n 700 $ voor. Dat is dan wel voor het originele werk, want ondertussen werd de plaat dit jaar terug uitgebracht en aan meer aanvaardbare prijzen.

Momenteel bestaan de “Singers” uit Edward Brown (zang), A.R.C. Brown (zang en gitaar), Annie Brown Caldwell (zang), Willie Caldwell Sr (gitaar), Willie Caldwell Jr (bas) en Abel Caldwell (drums).

Vooraleer we de sterren van de avond konden bewonderen kregen we een klein voorprogramma met Porcelain ID. Porcelain Id is de Rwandees Hubert Tuyishime (23) die zich bevindt tussen poëtische en eigenzinnige zang. Mij totaal onbekende, dus de gelegenheid om de man te ontdekken. Fijne kennis making was dat met deze jonge singer/songwriter die wat van zijn eigen werk kwam brengen.

Heel intimistisch met hier en daar een vleugje humor en songs als ‘Muschel’, ‘Little Boy Blue’, een song dat hij schreef als ode voor zijn held Arno, ‘Loving Machine’ en twee Nederlandstalige songs om af te sluiten met ‘Popquizkampioen’ en ’Vlaanderen’. Fijne stem die gast en aangenaam om mee te starten.

Maar we waren gekomen voor de Staple Jr Singers, want dit was dan ook hun eerste optreden in Europa, by the way. Niet de massale opkomst, want ik hoorde dat er slechts 140 tickets aan de man waren gebracht. Die hebben alvast een geweldige avond beleefd en de thuisblijvers zouden weer eens ongelijk krijgen.

Stipt op tijd kwam de familie Brown-Caldwell, met enige hulp voor sommigen, het podium opgestapt en knalden meteen met ‘I Feel Good’. Jawaddedadde, dat was er direct “boenk” op van die oude rakkers. Toen ik Edward op zijn stoel zag zitten dacht ik eerst dat de man in slaap was gevallen, maar toen de eerste noten weerklonken, kwam er leven in de brouwerij en ontpopte de man zich tot een waren entertainer James Brown waardig.

Met ‘When Do We Get Paid’ kregen we de titeltrack van het historische album en, jongens en meisjes, dit was soul van de allerbovenste plank. Alles zit strak in elkaar met een goede ritmesectie en de twee gitaristen ARC en Willie Sr die elk hun hoekje hun snaren lieten huilen, met vooral een heel dikke pluim voor het aanstekelijke gitaarwerk van Willie Sr.

En het kon nog beter want met ‘It’s Good To Me’ , een soul en gospelachtig nummer, nam Annie de show over van Edward. Kwam met moeite overeind, plaatste haar stoel aan de rand van het podium en gaf een performance om “U” tegen te zeggen. Hierbij liet ze haar microfoon even rondgaan in het publiek en kon ieder amateurzanger zijn stem laten horen. Hell yeah ! Ik waande mij op een zondagmiddag ergens midden in Mississippi tijdens de zondagsdienst. Heerlijk was dat !

De nummers werden muzikaal breed uitgesponnen, waarbij de medewerking van het publiek deel uitmaakte van de show zoals bij ‘I’m Looking For A Man’. Bij deze stapte Edward van het podium en startte een dansje voor de stage. Zijn danskunsten deden wat denken aan de moves van Madness bij “One Step Beyond”. Onmiddellijk ontstond er spontaan een polonaise Mississipp-style. Er werd met de voeten gestampt, in de handen geklapt, kortom het dak van de AB kwam net niet naar beneden. Verdikke dit was pure klasse.

En de soultrain van de “Singers” ging verder met een schitterende ‘I’m Going To A City’. Ik ga in herhaling vallen met dit was soul zoals het moet zijn en van grote klasse. Toen verdwenen Annie en Edward van het podium en bleek dit al het einde van het concert te zijn. Nou moe, bleven wij effe op onze honger zitten. Er werd duchtig gevraagd naar een bisser en na een tijd kwam de band gevolgd door Edward terug on stage voor een “reprise” van ‘I Feel Good’, dat toch wel héél kort voor de dag kwam. Toen viel het doek over dit schitterende concert.

Tja, wat moet een mens hiervan denken. Schitterende avond met fijne soul en gospel, maar een uurtje is veel te kort en iedereen bleef op zijn honger zitten. Wat ook fijn zou geweest zijn is een beetje meer belichting op het podium want driekwart van de band zat het hele concert in het donker en dat is niet zo fijn.

Feit is dat de afwezigen ongelijk hadden, kort maar krachtig concert, maar dit was er eentje om in te kaderen, een echte soultsunami en ik was een gelukkig man toen ik huiswaarts tufte met de trein, die op tijd vertrok.

Marcel